Content voor deze website wordt regelmatig aangevuld. Voor meer informatie: info@vantrichtuitgeverij.nl

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5
Opdrachten uit het boekAanvullende opdrachten / casuïstiekRichtlijnen en handreikingen

1. Multidisciplinaire richtlijn probleemgedrag bij mensen met een verstandelijke beperking

Deze richtlijn is ontwikkeld om de kwaliteit van leven bij volwassenen met een verstandelijke beperking te verbeteren en last en lijden bij deze groep en de naastbetrokkenen te verminderen. Probleemgedrag wordt gedefinieerd als internaliserend of externaliserend gedrag dat door de persoon zelf en/of zijn omgeving in een specifieke context als sociaal-cultureel ongewenst wordt gezien en dat van zodanige intensiteit, frequentie of duur is, dat het voor de persoon zelf en/of de naaste omgeving nadelig, stressvol of schadelijk is.

De aanbevelingen in de richtlijn zijn bedoeld voor alle professionals die betrokken zijn bij het in kaart brengen van verklaringen voor probleemgedrag en de begeleiding en behandeling daarvan bij volwassen met een verstandelijke beperking. De richtlijn omvat een algemene inleiding en bestaat vervolgens uit een viertal modulen. De eerste module gaat over het proces van beeldvorming, de tweede gaat in op de begeleiding van probleemgedrag. In module drie wordt aandacht besteed aan de inzet van psychofarmaca bij probleemgedrag en in de vierde module wordt de organisatie van zorg besproken.

De richtlijn is tot stand gekomen op initiatief van de NVAG en gemaakt in samenwerking met een groot aantal beroepsverenigingen, cliëntorganisaties en het CCE onder voorzitterschap van Petri Embregts.

In het boek ‘Mensen met een verstandelijke beperking’ wordt in meerdere hoofdstukken verwezen naar de richtlijn, onder andere in hoofdstuk 2 (een nadere beschouwing) op pagina 57, 59 en 67 en in hoofdstuk 5 (zelfverwondend gedrag) op pagina 374.

https://nvavg.nl/wp-content/uploads/2019/09/Richtlijn-Probleemgedrag-bij-volwassenen-met-een-VB-DEF.pdf

 

5. Multidisciplinaire richtlijn ‘visuele beperkingen bij mensen met een verstandelijke beperking’

Deze richtlijn is ontwikkeld om de ketenzorg bij mensen met verstandelijke beperking (VB) met een visuele beperking te optimaliseren. Hierbij is het doel het vergroten van de ontplooiingsmogelijkheden, het verbeteren van het functioneren en het verhogen van de kwaliteit van bestaan. De richtlijn gaat over volwassenen, kinderen met een ernstige, matige of lichte VB en kan worden ingezet in de 24-uursbegeleiding en in de eerste-, tweede- en derdelijnszorgsettingen. Mensen met zwakbegaafdheid en niet-aangeboren hersenletsel vallen buiten het bestek van de richtlijn.

De aanbevelingen in de richtlijn zijn bedoeld voor alle professionals die betrokken zijn bij opsporing, diagnostiek, behandeling, revalidatie en begeleiding van mensen met een VB. Dus ook voor verpleegkundigen, verzorgenden en begeleiders. Ook worden aanbevelingen gedaan over rol en betrokkenheid van de persoon zelf met een VB en zijn naastbetrokkenen.

In het boek Mensen met een verstandelijke beperking wordt op veel plaatsen aandacht besteed aan visuele beperkingen bij mensen met een VB en de richtlijn sluit direct aan op hoofdstuk 5, paragraaf 5.1.1, mensen met een verstandelijke en een visuele beperking.

https://nvavg.nl/wp-content/uploads/2019/10/Richtlijn-Visuele-beperkingen-bij-VB_definitief-1.pdf

 

1. Multidisciplinaire richtlijn ‘signaleren van lichamelijke problemen bij volwassenen met een verstandelijke beperking.’

Deze richtlijn is ontwikkeld in opdracht van V&VN door experts, vertegenwoordigers van cliënten met een verstandelijke beperking en hun naasten met ondersteuning van het Trimbos-instituut.

In het bieden van goede (medische) zorg is het vaststellen van signalen van lichamelijk ongemak, wat een uiting kan zijn van een lichamelijk probleem bij mensen met een verstandelijke beperking, een belangrijke eerste stap. De richtlijn is bedoeld voor begeleiders en zorgverleners van mensen met een verstandelijke beperking die een verpleegkundige, verzorgende of ondersteunende rol hebben op minimaal opleidingsniveau 3. Daarnaast is het ook bruikbaar voor artsen, gedragskundigen en ook familie en naasten van mensen met een beperking. De richtlijn gaat in op het herkennen van signalen en het inzetten van de (juiste) acties.

In het boek Mensen met een verstandelijke beperking wordt een aantal keren verwezen naar deze richtlijn, onder andere in hoofdstuk 3, domein 7, lichamelijk welbevinden.

https://www.venvn.nl/media/xaale2ra/20150402-1-multidisciplinaire-richtlijn-signaleren-lichamelijke-problemen-volwassenen-verstandelijke-beperking.pdf